Hoe verloopt een sessie met een voorleeshond?
Op school
In deze paragraaf kom je te weten hoe een sessie met de voorleeshond verloopt. Ik maak hier een opsplitsing tussen een sessie in school en een sessie in een privépraktijk.
Voor de uitwerking van mijn project, ging ik op bezoek bij een school waar de voorleeshond wordt ingezet. Een sessie met een voorleeshond kan je vergelijken met een moment waarbij een kind wat extra begeleiding krijgt tijdens de schooluren. De hond en zijn begeleider komen op vaste dagen naar de school, ze installeren zich in een kamertje en gaan ofwel het kind rechtstreeks uit de klas halen of het kind komt zelf naar het kamertje. De hond volgt de begeleider overal mee naartoe. Dit heeft twee redenen. De eerste is uit veiligheid, de hond blijft een dier en kan nog steeds een gevaar zijn voor de kinderen. Het is daarom heel belangrijk dat de hond nooit zonder toezicht bij een kind geplaatst wordt. De tweede reden ligt nogal voor de hand, als enkel de begeleider het kind komt ophalen, dan verliest de hond zijn motiverende invloed.
Wanneer de begeleider, de hond en het kind samen in het kamertje aanwezig zijn, kan de sessie beginnen. De hond en het kind installeren zich op een lakentje op de grond. De begeleider zet zich op een plaats waar hij de hond goed kan controleren en het kind niet stoort. De hond moet namelijk voortdurend in contact zijn met de begeleider. Zo kan de begeleider hem instructies geven en bijsturen. Daarnaast mag het kind niet het gevoel hebben dat je meeluistert. Het kind leest namelijk voor de hond en niet voor de begeleider. Toch is het de bedoeling dat de begeleider goed meeluistert, hij moet immers de leesvaardigheden van het kind kunnen achterhalen. Per leerling noteert hij veel voorkomende fouten, opmerkelijke problemen,...
Deze bemerkingen worden voor iedere leerling goed bijgehouden. Twee à drie keer per jaar worden deze resultaten samen met de logopedisten besproken.
Tijdens het lezen is het kind steeds in contact met de hond door hem te aaien of door tegen hem aan te liggen. Kinderen die geen zin hebben om te lezen of steeds de reacties van de hond gebruiken als gespreksonderwerp, worden met behulp van de hond gemotiveerd om verder te lezen. Bijvoorbeeld: 'Waarom kijkt de hond naar het boek?', 'Hij wil de prentjes zien!', 'Waarom kijkt de hond zo naar mij?', 'Hij wil dat je verder leest.'
Welke kinderen naar de sessie komen en welke boekjes ze moeten lezen, wordt bepaald door de logopedisten. Dit hangt meestal af van het AVI-niveau.
Een specifiek voorbeeld om het kind nog meer te motiveren is door te werken met een stempelkaart. Het kind zet per afgelopen sessie een stempel op de kaart, na 10 sessies kan het kind genieten van een knuffelsessie met de hond.
De taak van de hond tijdens zo'n sessie is heel simpel te beschrijven. De hond krijgt van de begeleider de opdracht om stil naast het kind te gaan liggen. De hond blijft daar de volledige sessie (10 minuten) liggen. Pas wanneer het kind rechtstaat, zal ook de hond rechtstaan en krijgt hij een beloning. De opdracht van de hond lijkt heel banaal, maar dat is het zeker niet! Het is door de rustige en onbevangen houding van de hond dat het kind zonder druk kan lezen.
De organisatie van de voorleessessies in school gebeurt door een logopedist, hij/zij wordt aangesteld de coördinatie omtrent de voorleeshonden te onderhouden. Deze persoon zal een lokaal regelen waar de sessie kan plaatsvinden, hij/zij zorgt voor het contact tussen de leerkrachten en de begeleider en laat weten welke kinderen er wanneer een sessie volgen.
Voor de uitwerking van mijn project, ging ik op bezoek bij een school waar de voorleeshond wordt ingezet. Een sessie met een voorleeshond kan je vergelijken met een moment waarbij een kind wat extra begeleiding krijgt tijdens de schooluren. De hond en zijn begeleider komen op vaste dagen naar de school, ze installeren zich in een kamertje en gaan ofwel het kind rechtstreeks uit de klas halen of het kind komt zelf naar het kamertje. De hond volgt de begeleider overal mee naartoe. Dit heeft twee redenen. De eerste is uit veiligheid, de hond blijft een dier en kan nog steeds een gevaar zijn voor de kinderen. Het is daarom heel belangrijk dat de hond nooit zonder toezicht bij een kind geplaatst wordt. De tweede reden ligt nogal voor de hand, als enkel de begeleider het kind komt ophalen, dan verliest de hond zijn motiverende invloed.
Wanneer de begeleider, de hond en het kind samen in het kamertje aanwezig zijn, kan de sessie beginnen. De hond en het kind installeren zich op een lakentje op de grond. De begeleider zet zich op een plaats waar hij de hond goed kan controleren en het kind niet stoort. De hond moet namelijk voortdurend in contact zijn met de begeleider. Zo kan de begeleider hem instructies geven en bijsturen. Daarnaast mag het kind niet het gevoel hebben dat je meeluistert. Het kind leest namelijk voor de hond en niet voor de begeleider. Toch is het de bedoeling dat de begeleider goed meeluistert, hij moet immers de leesvaardigheden van het kind kunnen achterhalen. Per leerling noteert hij veel voorkomende fouten, opmerkelijke problemen,...
Deze bemerkingen worden voor iedere leerling goed bijgehouden. Twee à drie keer per jaar worden deze resultaten samen met de logopedisten besproken.
Tijdens het lezen is het kind steeds in contact met de hond door hem te aaien of door tegen hem aan te liggen. Kinderen die geen zin hebben om te lezen of steeds de reacties van de hond gebruiken als gespreksonderwerp, worden met behulp van de hond gemotiveerd om verder te lezen. Bijvoorbeeld: 'Waarom kijkt de hond naar het boek?', 'Hij wil de prentjes zien!', 'Waarom kijkt de hond zo naar mij?', 'Hij wil dat je verder leest.'
Welke kinderen naar de sessie komen en welke boekjes ze moeten lezen, wordt bepaald door de logopedisten. Dit hangt meestal af van het AVI-niveau.
Een specifiek voorbeeld om het kind nog meer te motiveren is door te werken met een stempelkaart. Het kind zet per afgelopen sessie een stempel op de kaart, na 10 sessies kan het kind genieten van een knuffelsessie met de hond.
De taak van de hond tijdens zo'n sessie is heel simpel te beschrijven. De hond krijgt van de begeleider de opdracht om stil naast het kind te gaan liggen. De hond blijft daar de volledige sessie (10 minuten) liggen. Pas wanneer het kind rechtstaat, zal ook de hond rechtstaan en krijgt hij een beloning. De opdracht van de hond lijkt heel banaal, maar dat is het zeker niet! Het is door de rustige en onbevangen houding van de hond dat het kind zonder druk kan lezen.
De organisatie van de voorleessessies in school gebeurt door een logopedist, hij/zij wordt aangesteld de coördinatie omtrent de voorleeshonden te onderhouden. Deze persoon zal een lokaal regelen waar de sessie kan plaatsvinden, hij/zij zorgt voor het contact tussen de leerkrachten en de begeleider en laat weten welke kinderen er wanneer een sessie volgen.
Dogs teach us a lot of things, but none more important than to love unconditionally.
In een privépraktijk
Wanneer deze sessies niet op school worden gegeven, kan je er altijd voor kiezen om naar een privépraktijk te gaan. De werking van een sessie is eigenlijk volledig hetzelfde. Het enige verschil is dat de sessie net iets langer duurt. Op die manier is er meer tijd voor interactie met de hond. De sessie begint steeds met een kennismaking met de hond. Daarna start het kind met het voorlezen van een boekje. Het boekje is terug gekozen door de logopediste in samenspraak met het kind en aangepast aan zijn/ haar niveau. Wanneer er een prent in het verhaal voorkomt, vertelt het kind aan de hond wat er op de prent staat, de hond is dan even actief aandachtig en krijgt hiervoor een koekje. Op die manier krijgt het lezen een doel en niet omdat het moet van de leerkracht. Na de sessie kan de hond enkele trucjes uitvoeren, de hond legt het boekje in een mand, hij buigt voor het kind, hij geeft een pootje,...
De organisatie in een privépraktijk zit ook anders in elkaar dan op school. Bij een privépraktijk is er eerst een intake, dan zijn er minstens 6 sessies met de hond en daarna is er een evaluatie.
De organisatie in een privépraktijk zit ook anders in elkaar dan op school. Bij een privépraktijk is er eerst een intake, dan zijn er minstens 6 sessies met de hond en daarna is er een evaluatie.